reststroom

biomassastroom die vrijkomt bij de productie van andere (hoofd)producten, met een economische waarde van minder dan 10 % van de waarde van het hoofdproduct, of biomassastroom die vrijkomt bij een proces anders dan een productieproces

Opmerking 1

Voorbeelden van biomassastromen die vrijkomen bij de productie van andere (hoofd)producten, met een economische waarde van minder dan 10 % van de waarde van het hoofdproduct zijn zaagsel, stro, rijstkaf en ruwe glycerine. Voorbeelden van biomassastromen die vrijkomen bij een proces anders dan een productieproces zijn biomassastromen die vrijkomen bij dienstverlening, onderhoud en beheer, zoals stortgas, slib, hout van snoei- en onderhoudswerkzaamheden, bermgras, enz.

Opmerking 2

In Richtlijn 2009/28/EG worden ‘reststromen’ aangeduid met ‘afvalstoffen en residuen’.

Norm

NTA 8080-1:2015 nl

Titel

Duurzaam geproduceerde biomassa voor bio-energie en biobased producten - Deel 1: Duurzaamheidseisen

Paragraaf

3.25

reststroom

Gerelateerde termen